complexiteit

complexe muziek

Saxofonist Robin Verheyen heeft een nieuwe cd uit (Verheyen Copland Gress Hart, When the birds leave),  dus zie je hier & daar in de media recensies en interviews. Zo ook in Le Soir Mad van 31 januari.

Daarin beweert Verheyen over de nieuwe opname: “… je ne veux pas que cela sonne complexe et inaccessible pour le public.” Wat een merkwaardige opvatting, om complex en ontoegankelijk aan elkaar te koppelen. Een kenmerk van complexiteit is juist het tegendeel van ontoegankelijkheid, namelijk meervoudige toegankelijkheid. Complex is de materie die een veelheid aan toegangen biedt, en een grote diversiteit aan wegen om doorheen die materie telkens nieuwe situaties en verbanden te ontdekken. Denkt Verheyen misschien dat zijn publiek alleen maar rechttoe-rechtaan muziek aankan?

Wat verder zegt hij: “Ce qui fait que cet album est accessible, c’est … qu’il n’y pas des notes pour faire des notes, que même parfois il y a peu de notes. … Le silence est parfois plus fort que les notes.” Dat is wel zeker, dat stilte soms sterker is dan muziek of geluid of ‘noten’. Maar hoe heeft dat te maken met complexiteit? Verheyen lijkt te suggereren dat de aanwezigheid van stilte (‘weinig noten’) de muziek toegankelijk maakt. Als je stilte echter beschouwt als een integraal onderdeel van een muziekstuk, dan zijn de eenheden stilte net zo goed als de noten bouwstenen van de compositie. Een sequens van bijvoorbeeld noten 1 2 3 stilte 4 5 stilte 6 7 8 9 10 stilte 11 bestaat dan uit veertien elementen, die net zo goed tot een simpel als een complex werk kunnen leiden. Stilte is geen kenmerk van gebrek aan complexiteit. Sterker nog, stilte is zeker ook geen garantie voor toegankelijkheid. Luister bijvoorbeeld naar het korte 7 Haikus van John Cage: weinig noten, veel stilte. Zou dit zijn wat Verheyen toegankelijk vindt?

Ik denk dat in muziek de tegenstelling tussen complexiteit en toegankelijkheid een valse is. Ik denk dat wat Verheyen bedoelt, is dat hij muziek aanbiedt die het luisteraars mogelijk maakt er onmiddellijk aan deel te nemen; muziek die simpel en lineair verloopt, zodat toehoorders er meteen een betekenis kunnen aan geven. Daar is niks mis mee, integendeel. Muziek kan een geweldige factor zijn om welbevinden of andere emoties te stimuleren en te versterken. Daarnet stond bij de afwas Wang Dang Doodle op, door Koko Taylor, Live from Chicago 1987. Wow!

Wat ik maar wil zeggen is: je hebt muziek die (vrij) eenduidig is, en je hebt muziek die (eerder) meerduidig is. Muziek realiseert zich uiteindelijk door de uitvoering en in de luisterervaring. Uitvoerders kunnen wel muziek willen maken die niet complex of ontoegankelijk is voor het publiek, maar het is absoluut niet zeker dat de middelen die zij daartoe aangrijpen (weinig noten, veel stilte) ook effectief bij de luisteraars een gevoel van toegankelijkheid en eenvoud oproepen. Als muzikale betekenissen pas tot stand komen in het luisteren, dan is het dus de toehoorder zelf die muziek complex of toegankelijk of ontoegankelijk of simpel maakt. 

carceri d'invenzione, een actuele metafoor

Verschenen in Streven van mei 2017: ‘Carceri d’invenzione, een actuele metafoor’.

Hier opgenomen met dank aan de uitgever.

Het idee voor dit stuk ontstond toen ik om een bijdrage gevraagd werd voor een bundel naar aanleiding van het No Prison manifest. Hier een korte toelichting.

Syndicate content