Amiri Baraka 1934-2014

Amiri Baraka (LeRoi Jones) is dood. Het was mij ontgaan in de Nederlandstalige pers, maar in de obituaries die op het internet te vinden zijn wordt hij vrij algemeen geprezen als een van de invloedrijke jazz-critici van de jaren 1960 en ’70, als een van de belangrijke Noord-Amerikaanse avant-garde dichters en als een van de grondleggers van black theatre. En dat is allemaal waar.

LeRoi Jones groeide op in Newark, de belangrijkste stad in New Jersey, een stad met een overwegend zwarte bevolking, die echter tot aan het eind van de twintigste eeuw gedomineerd zou worden door een blanke minderheid. En gedomineerd betekent dan het inmiddels bekende verhaal van racisme, achterstelling, discriminatie, armoede, politiegeweld, enzovoort. In de jaren 1950 begon hij naam te maken als dichter, en in de jaren zestig trok hij naar New York om zich in de heftig veranderende jazz scene te storten. Zijn bundel essays Blues People werd in 1967 gevolgd door Black Music. Die bundel verzamelde stukken waarin Jones de nieuwe avant-garde jazz introduceerde: Coltrane in Birdland, Wayne Shorter, Cecil Taylor, Archie Shepp, Don Cherry, … (hij schreef bijvoorbeeld ook de liner notes voor Four for Trane). In diezelfde periode nam hij ook met het New York Art Quartet zijn beroemde/beruchte gedicht Black Dada Nihilismus op.

Militant Afro-Amerikaans nationalisme ging steeds meer de inhoud van zijn essays, poëzie en theaterwerk bepalen. In 1966 schreef hij in het essay ‘The Revolutionary Theatre’: “Our theatre will show victims so that their brothers in the audience will be better able to understand that they are the brothers of victims, and that they themselves are victims if they are blood brothers. [-] The popular white man’s theatre like the popular white man’s novel shows tired white lives, and the problems of eating white sugar, or else it herds bigcaboosed blondes onto huge stages in rhinestones and makes believe they are dancing or singing. WHITE BUSINESSMEN OF THE WORLD, DO YOU WANT TO SEE PEOPLE REALLY DANCING AND SINGING??? ALL OF YOU GO UP TO HARLEM AND GET YOURSELF KILLED. THERE WILL BE DANCING AND SINGING, THEN, FOR REAL!!”

In 1979 geeft hij zijn bundel Selected Plays and Prose of Amiri Baraka/LeRoi Jones deze opdracht mee:

 

 

Wie Kelly, Lisa & Dominique zijn, weet ik niet, maar toen ik Amiri Baraka in 1980 bij hem thuis, in Newark, ontmoette, was het enige waarover hij wilde praten de vorming van de Afro-American Nation in the Black Belt South. Ik had hem zes weken telefonisch nagejaagd vanuit Manhattan voor een interview over avant-garde theater (zie http://durieux.eu/sites/default/files/data_000.pdf). Toen hij eindelijk toehapte bezwoer hij  ons op hem te wachten aan het station. Volgens hem was het nog steeds niet veilig om als witte op eigen houtje naar hem toe te komen. Wat daar ook van zij, de stad lag nog steeds in grote mate in puin sinds de opstand van 1967. In dat jaar was de opgekropte frustratie van de zwarte (en hispanic) bevolking uitgebarsten en kwam het tot dagenlange massale gevechten met de politie. Er vielen 26 doden en delen van de stad brandden af. Daarvan waren de sporen nog steeds zeer zichtbaar.

Bij hem thuis profileerde Amiri Baraka zich nog uitsluitend als een marxistisch-leninistische nationalistische Afro-Amerikaan, die inderdaad maar één doel voor ogen had: de vorming van een autonome Afro-Amerikaanse natiestaat in de zuidelijke staten van de VS. Over theater wilde hij amper nog praten, en wat avant-garde jazz betrof, wilde hij alleen kwijt dat hij Anthony Braxton (toen toch zwarte avant-garde) intellectualistisch gepriegel voor blanken vond, dat niets met de ware zwarte jazz te maken had.

Los daarvan, the lp met het New York Art Quartet (Roswell Rudd, John Tchicai, Lewis Worrell, Milford Graves – ESP-DISK’ 1004) blijft een fenomeen; Black Music is nog steeds een erudiet en doorleefd portret van de NY-avant-garde jazz scene van het begin van de jaren 1960; zijn theater is van een kracht, zowel in thema’s als in taal, die indruk blijft maken. Hieronder (in vier jpg’s de volledige tekst van Black Dada Nihilismus, zodat je de beruchte passage in haar context kan lezen):