België constructief splitsen

Als België dan toch zo nodig moet gesplitst worden in gemeenschappen, waarom dat dan niet doen op basis van leeftijd, in plaats van taal? Zo kan je makkelijk komen tot vier gemeenschappen, die elk proportioneel vertegenwoordigd worden in de Belgische wetgevende instellingen, de politieke organen en de overheid.

Waarom niet een kindergemeenschap, zeg maar voor de Belgen van 0 tot 14 jaar? Die kan desnoods haar eigen vertegenwoordigend lichaam krijgen, dat zeggenschap heeft over de kindergemeenschapsmateries, zoals daar kunnen zijn: vrije schooldagen of het recht om al dan niet alle troep op tv te kijken.

Dan is er een jongerengemeenschap, voor de Belgen tussen 15 en 25 jaar. Die mag zich bezighouden met voor haar belangrijke zaken als sex, kindjes kopen, sex, luiwammesen en moe zijn, sex, en lawaai maken. Er is verder een volwassenengemeenschap, van 26 tot 45, die bevoegd is voor zaken als fotovoltaïsche panelen, binnenlands toerisme en gastronomische keurmerken. De rijpere gemeenschap tenslotte, die bestaat uit alle Belgen van 46 jaar en ouder, mag zich uitspreken over het beleid inzake kleinkinderen, zeedijken en boswandelingen.

Elke gemeenschap is proportioneel vertegenwoordigd in het nationale parlement, dat wetgevende macht heeft inzake alle materies die er werkelijk toe doen. Het grote voordeel van dit gemeenschapssysteem is dat de gehele Belgische bevolking vertegenwoordigd is, en dat niemand opgesloten zit in één gemeenschap. Als het goed is, stroomt immers iedereen na verloop van tijd door naar een volgende gemeenschap, wat de kans biedt om daar een nieuwe politieke carrière te beginnen. Bovendien vormt dit evenredigheidssysteem een sluitende afspiegeling van de gehele bevolking, aangezien het niet moeilijk is om bij elke verkiezing via het rijksregister te bepalen hoeveel mensen bij een bepaalde leeftijdsgemeenschap horen.

Je zou België ook nog op een andere manier kunnen splitsen in gemeenschappen, maar die vereist een enigszins rigoureuze aanpak, nl. de splitsing in twee gemeenschappen en een restgemeenschap op basis van de favoriete vakantiebestemming. Iedereen weet dat Belgen ofwel liefst naar de zee, of naar de Ardennen op vakantie gaan. Voor het vaststellen van de zee- resp. de Ardennengemeenschap wordt uitgegaan van de gezinskeuze. Hoe een gezin die keuze bepaalt, kan desnoods wettelijk in een erkende procedure worden vastgelegd. Vervolgens –en dat is de harde, maar noodzakelijke, ingreep- wordt de zeegemeenschap gehuisvest in wat nu Wallonië heet, en de Ardennengemeenschap in het noordelijke gedeelte van België, zodat bij vakantie aan de andere kant het vakantiegevoel optimaal is.

De gezinnen die niet kunnen of willen kiezen worden ondergebracht in een restgemeenschap, die wordt overgeplaatst naar wat nu het Brussels hoofdstedelijk gewest heet. Die moeten,vanwege hun weigering om een zuivere gemeenschapsidentiteit aan te nemen, wel een vergoeding betalen aan de echte gemeenschappen, telkens zij Brussel willen verlaten om in de Ardennen, resp. aan zee vakantie te nemen. Wat nog moet uitgewerkt worden is of die Brusselse restgemeenschap een volwaardige gemeenschap is naast de twee echte gemeenschappen. Maar waar een politieke wil is, is een weg.